Adriana vertelde ons gisteren over het stadstuintje van haar en haar mama. Ze zegt dat het fijn zou zijn moesten ze met de klas ook zo een tuintje hebben. Joni merkt op dat er dan ook wel iemand het tuintje moet onderhouden en de plantjes water moet geven en vraagt zich af wanneer dit dan zou gebeuren. Zay vindt het een leuk idee en zegt dat ze tijdens de werktijden het tuintje zouden kunnen onderhouden of dat het verzorgen van het tuintje een klastaak kan zijn. Clara vraagt zich af of het tuintje enkel voor hun groep zou zijn of voor de hele school. Als het voor de hele school is kan er misschien een beurtrol gemaakt worden om het tuintje te verzorgen. Joni vindt het wel een leuk idee, maar ze zegt dat er al een moestuintje is op school en dat nog een tuintje misschien niet echt nodig is. Er wordt gestemd en de meeste leerlingen willen graag een moestuintje. Het idee wordt meegenomen naar de schoolraad.
Melody bracht het idee van een schoolbal aan op de schoolraad gisteren, de afgevaardigden van de andere groepen zouden het voorstellen aan hun groep.
De kinderen vertellen Emma (de stagiaire) over hun plan om de toiletten te pimpen.
Joni vertelt over haar vakantie. Ze ging op reis naar Zwitserland. Om daar op de autosnelweg te mogen rijden moesten ze een speciaal kaartje hebben en dit was heel duur. Het geld dat je voor dit kaartje moet betalen wordt bijvoorbeeld gebruikt om de wegen te onderhouden. In België moet je niet betalen om op de autosnelweg te rijden, hier wordt het geld dat wij betalen aan de belastingen gebruikt om de wegen te onderhouden. Joni vond het heel leuk op reis, in het hotel was er een leuk zwembad en een grappig hondje. Er waren ook iets minder leuke dingen op reis: haar zus was enkele dagen ziek en Joni viel een paar keer tijdens het skiën. Joni ging skiën in de Alpen, dat is een gebergte. Hier in België hebben we geen bergen. Er zijn wel enkele heuvels in de Ardennen, maar deze zijn niet hoog genoeg om een berg te zijn.
Melody bracht het idee van een schoolbal aan op de schoolraad gisteren, de afgevaardigden van de andere groepen zouden het voorstellen aan hun groep.
De kinderen vertellen Emma (de stagiaire) over hun plan om de toiletten te pimpen.
Joni vertelt over haar vakantie. Ze ging op reis naar Zwitserland. Om daar op de autosnelweg te mogen rijden moesten ze een speciaal kaartje hebben en dit was heel duur. Het geld dat je voor dit kaartje moet betalen wordt bijvoorbeeld gebruikt om de wegen te onderhouden. In België moet je niet betalen om op de autosnelweg te rijden, hier wordt het geld dat wij betalen aan de belastingen gebruikt om de wegen te onderhouden. Joni vond het heel leuk op reis, in het hotel was er een leuk zwembad en een grappig hondje. Er waren ook iets minder leuke dingen op reis: haar zus was enkele dagen ziek en Joni viel een paar keer tijdens het skiën. Joni ging skiën in de Alpen, dat is een gebergte. Hier in België hebben we geen bergen. Er zijn wel enkele heuvels in de Ardennen, maar deze zijn niet hoog genoeg om een berg te zijn.